De Tien Principes: van de Arya Samaj
- God is de primaire oorzaak van alle wetenschappen en alles dat we via die wetenschap aan de weet kunnen komen.
- God is bestaand, intelligent en gelukzalig. Hij is vormeloos, almachtig, rechtvaardig, genadevol, ongeboren, oneindig, onfeilbaar, zonder begin, onvergelijkbaar, de steun en heer van iedereen, alomtegenwoordig, zonder angst, onvergankelijk, onsterfelijk, eeuwig, heilig en de Schepper van het universum. Alleen hem komt verering toe.
- De Veda’s zijn geschriften met ware kennis. Het is de plicht van alle Arya’s ze te lezen, ze te horen en aan anderen voor te dragen.
- Iedereen moet bereid zijn de waarheid te aanvaarden en onwaarheid te verwerpen en deze te bestrijden.
- Alle handelingen moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met Dharma, dat wil zeggen na overweging van goed en kwaad.
- Het hoofddoel van de Arya Samaj is het goede te doen voor iedereen, oftewel het bevorderen van het fysieke, sociale en spirituele welzijn.
- Iedereen moet worden tegemoet getreden met liefde, redelijkheid en met waardering voor hun verdienste.
- Men moet streven naar het verhelpen van onwetendheid en het bevorderen van kennis.
- Men moet niet alleen tevreden zijn met het eigen welzijn, maar ook het welzijn van anderen nastreven want dit is ook in het eigenbelang.
- Men moet zich bewust zijn van het volgen van een maatschappelijke altruïstische levenswijze. terwijl iedereen vrij is om het individuele welzijn na te streven.